zondag 30 april 2017

Over het werk van Bob Roes


(Deze tekst werd geschreven als openingswoord bij de tentoonstelling 'The moment is yours', een tentoonstelling van Bob Roes zijn werk, in GC 't Heilaar in Beerse.)
(Bob Roes - Did I close the door?)
Wat meteen opvalt aan het bekijken van de schilderijen van Bob Roes is het ontbreken van de gezichten. Vaak hebben zijn figuren geen hoofd en als ze dat al wel hebben, dan ontbreekt meestal een gezicht. Het gezicht is uitgeveegd en ontdaan van de ogen, mond en neus. Ook bij de figuren die hij vanop de rug geschilderd heeft, vinden we geen gezicht. 20 figuren op deze tentoonstelling en geen enkel gezicht.
Een interessante vraag die we ons eerst kunnen stellen is:

- Wat valt er weg als we het gezicht wegnemen?

Het eerste wat zeker wegvalt is de mogelijkheid om te communiceren. Er kan geen contact gemaakt worden met de buitenwereld. Dat heeft zowel voor- als nadelen. Je kan niet geaccepteerd worden door de buitenwereld, maar ook niet afgekeurd. Niet geaccepteerd worden, leidt tot eenzaamheid. Een grote vrees van eenzame mensen, is de vrees om niet geaccepteerd te worden. Dit maakt de figuren van Roes zo statisch. Zonder gezicht, zijn de figuren gedoemd om te blijven hoe ze zijn. Dit lijkt een manier te zijn om de controle over zijn figuren te behouden.

Ondanks het ontbreken van de gezichten, bezitten de figuren veel trots. Mooie, vaak militaire kostuums zorgen voor aanzien. Deze statussymbolen lijken door het gebrek aan gezichten eerder lege verpakkingen. De figuren zijn gevangen in hun aanzien in de maatschappij. Ze kunnen niet zijn wie ze willen zijn.

Ensor zette zijn figuren maskers op. Ook deze figuren kunnen geaccepteerd noch afgekeurd worden. Maar zij kunnen zich wel verstoppen achter een masker. Ze meten zichzelf een andere identiteit aan. Dit kunnen de figuren van Roes niet. Zij zijn gedoemd, met rechte rug, hun eenzame lot te ondergaan.
(Bob Roes - The messenger 42)

Waar verwijst deze eenzaamheid naar?

Het maken van schilderijen is een eenzame bezigheid. Urenlang zit je in je atelier een gevecht te leveren met het doek. Er is niemand die meekijkt, niemand die advies geeft, niemand die twijfel wegneemt. Het doek wordt pas getoond wanneer het klaar is. Op facebook, een website of zoals vandaag in een tentoonstelling in het prachtige Beerse (of Liquid City voor de jongeren).

Zijn deze figuren afspiegelingen van de schilder zelf? Stellen zij de eenzame schilder voor? In een harnas van trots dat de twijfel moet verbergen? Is dit een manier om te laten uitschijnen dat je alles onder controle hebt? Ook wanneer dat eigenlijk niet zo is?

De vraag waarom er geen gezichten zijn, geeft automatisch een nieuwe reeks vragen. Vragen die kunststudenten de komende decennia maar in hun doctoraatsstudies moeten onderzoeken.
(Bob Roes - The Messenger)

Van het ontbreken van gezichten wil ik naar een ander onderwerp gaan: de terugkeer van militaire figuren in het werk van Roes. Ik haalde reeds aan dat deze uniformen een trots en status met zich meebrengen. Het aantal militairen, lijkt bij elke tentoonstelling te groeien. In het atelier van Roes moet ondertussen een heel leger klaarstaan.
Waarom blijft hij deze militaire figuren schilderen?
Onlangs zag ik een reportage over het terracottaleger van de Chinese keizer Huangdi. Deze leider liet 8000 stenen soldaten achter die pas een dikke 2000 jaar later werden ontdekt. Elk levensgroot beeld is anders, elk gezicht schijnt gebaseerd te zijn op een echte persoon. Huangdi geloofde dat er leven was na de dood. Hij zei dan ook nooit YOLO, maar echt zeker was hij er niet van. Als je twijfelt kun je maar beter op veilig spelen, dus liet de controlefreak Huangdi een leger maken om hem te beschermen in zijn volgende leven.

Waartegen moeten de soldaten van Roes hem beschermen? Komt het gevaar van buitenaf of van binnenuit? Moeten de soldaten hem tegen zijn demonen beschermen?

Voor ik nog meer vragen en nog minder antwoorden ga geven, ga ik stillaan stoppen, maar eerst nog dit:

Ik begon dit stuk met de gezichtloze figuren die acceptatie noch afkeur kunnen krijgen. Ik ben blij dat ik zijn tentoonstelling hier in Beerse mag openen, maar eigenlijk, als we heel eerlijk moeten zijn, en daarmee bedoel ik absoluut niets denigrerend over Beerse (of Liquid City voor de jongeren), maar eigenlijk hoort Roes is grote zalen thuis. In musea en in galerijen à la Zeno X. Bob Roes zet echter deze stap niet zelf. Net als zijn figuren heeft dat wellicht te maken met een angst tot afkeur. Als je niet actief achter galeriehouders aangaat kan je niet afgekeurd worden, maar ook niet geaccepteerd. Controle.

Ik hoop dat Bob binnen een paar jaar een gezicht krijgt en dat zijn werk hangt waar het thuishoort en hopelijk draagt deze prachtige tentoonstelling in het geweldige Beerse (of Liquid City voor de jongeren), hiertoe bij.

En nu! GHB voor iedereen!

(De tentoonstelling is nog te zien tot 14 mei 2017. Van maandag tot vrijdag van 9 tot 12.30 en van 14 tot 16u. Maandag ook van 18 tot 20u, zondag van 14 tot 17u, dinsdag en zaterdag gesloten.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten