maandag 11 juli 2016

Berichten uit Kopenhagen 4



Ik ben al enkele dagen in Kopenhagen en vandaag zie ik pas mijn eerste politieauto's. In tegenstelling tot Antwerpen en Brussel zie je hier geen felbewapende agenten en militairen paraderen in de winkelstraten en stations. Nochtans hebben de Denen de Moslims al wel eens teleurgesteld met het tekenen van elke cartoontjes over grote Mo. De twee politieauto's die ik vandaag zag stonden beiden voor de hoofdbibliotheek. De Denen weten wat belangrijk is om te beschermen.

Ik fiets langs de zee naar het noorden. Aan de overkant van de straat zie ik het mooiste tankstation ooit. Het blijkt een ontwerp van Arne Jacobsen te zijn. Wat verder fiets ik door een bos waar ik wel honderd edelherten zie lopen en nog later zit ik op een oude houten roetsjbaan in het oudste pretpark ter wereld.

De Bernstorffvej kruist met een spoorweg. In plaats van een brug loopt de weg onder het spoor als een omgekeerde brug. Als je over een brug fietst moet je eerst hard werken en heb je bij het afdalen het plezier van niet te moeten trappen. Hier is het omgekeerd. Misschien is dit wel symbolisch voor de Denen: plezier voor werk plaatsen. En dat plezier geeft je een goede aanloop om het werk aan te kunnen.

Terwijl de tattoeëur de tekening klaarmaakt, ga ik geld afhalen en een cola halen. Omdat het mijn inktontmaagding is, moet ik van de vriendelijke man suiker innemen om de adrenaline te voeden. Ik zit nog tien minuten op de stoep mijn blikje leeg te slurpen voor hij klaar is om mijn mooi jongetjesvel te verpesten voor de eeuwigheid. Terwijl hij de naald in gereedheid brengt en ik half ontbloot klaarzit komen twee dames binnen. Op een Ipad staat de tekst 'La vie est Belle'. Ik zeg: 'Oui, c'est vrai.', maar ze begrijpen me niet.

Later kijk ik lang naar werken van Hammershoi en lees ik in Sneeuwland van Kawabata en ik weet dat het waar is wat die twee blonde deernes om hun enkel willen tattoeëren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten