(Janis Rozentals - in the artist workshop - 1896)
In een theepaviljoen in het park drink ik gunpowderthee en lees ik het prachtige Duizend kraanvogels van Kawabata. Voor de derde zomer op rij neemt Kawabata me mee op reis naar Japan. In dit boek drinkt hij thee in theehuizen met de minnaressen van zijn overleden vader. Meer opzet is er niet nodig om een prachtig boek te krijgen.
Op een rommelmarkt koop ik oude Sovjetfoto's. Rijen soldaten in Lapland, een koppel dat elkaars sigaretten aansteekt en een piloot bij zijn gevechtsvliegtuig.
Riga lijkt meer op het Helsinki uit de Kaurismaki-films dan Helsinki zelf.
In het nationaal kunstmuseum worden enkel Letse schilders getoond. Er zijn meer bezoekers dan getalenteerde kunstenaars en meer suppoosten dan bezoekers. Enkele schilderijen van Janis Rozentals vallen op alsook de etsen van Sigismunds Vidbergs, een kruising tussen de Russische propagandastijl en jugendstilbeelden.
Omdat Rozentals me opvalt besluit ik zijn museum te bezoeken. In een artnouveauhuis in een artnouveaustraat in een artnouveauwijk bezoek ik zijn appartement dat nu als museum dienstdoet. Er hangen wat schetsen en mindere werken, alsook wat foto's van de man die bijna volledig gelijktijdig met Hammershoi leefde. Er zijn barsten in de muren, ik ben de enige bezoeker. Na het Ensorhuis in Oostende is dit het zieligste museum dat ik ooit over een schilder zag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten