Om 8u komt het meisje me ophalen. We rijden met de viermaalvier naar Kamnik en later de bergen in tot het te steil wordt. We parkeren op 812m boven de zeespiegel.
We klimmen het eerste deel op de zuidflank. De zon brandt in onze ruggen. Het zweet drupt. Om het uur wissel ik van t-shirt. De natte t-shirt hang ik aan mijn rugzak te drogen.
Alles is een evenwichtsoefening. Elke stap. Hoeveel water je mee naar boven zeult. Hoeveel eten. Hoeveel rustpauzes. Of je steunt op de linker- of rechtersteen, hoe je je stok in de aarde priemt.
In mijn rugzak zit: 1,5l water (te weinig), een half notenbrood met kaas, 3 mueslirepen, wat noten en een hardgekookt ei.
Het vervelende van kijken waar je je voeten zet, is dat je te weinig van het landschap kunt genieten.
Ik vertel veel, maar verzwijg dat ik al minstens 15 jaar geen bergen meer heb beklommen, dat twee maanden geleden mijn benen zo verzwakt waren dat ik nog amper op kon staan, dat de Kempen vlak is. Ze kijkt bedenkelijk naar mijn vlakke stadsschoentjes.
Na twee uur klimmen zijn we halfweg. Aan de hut van Kokskro Sedlo, houden we halt en eten we. Daarna klimmen we verder om uiteindelijk de top van de Grintovec, op 2550m hoogte, te bereiken.
De wol van een karkas van een schaap waait in de wind en wuift ons toe. Ze vertelt dat het arenden zijn en dat beren in lagere gebieden leven. Ze is goed in mij geruststellen.
Op de laatste flank voor de top komen we een oude man tegen die al aan de afdaling is begonnen. Hij zegt dat het goed is dat ik mijn vriendin naar boven jaag, door het gebrek aan zuurstof krijgt ze een betere uithouding. Hij lacht samenzweerderig.
We overstijgen de bomen, dan de struiken, dan het gras, dan onszelf en tenslotte de wolken.
In de afdaling komen andere spieren in actie. Rollende stenen tonen de weg. De zwaartekracht is opgewonden.
We zijn om iets over zeven terug aan de auto. Het begint te schemeren. Ljubljana zullen we niet meer bereiken voor het donker. Toch stoppen we nog bij een mooi bergmeertje. Het water is blauw en koud.
Op de terugweg praat een man met een heel monotone, lage stem, lang op de radio. Ik vertel over Bob Ross en zijn fans met insomnia. Ze vertelt dat de man op de radio over muziek praat. Dat hij heel veel weet. Hij praat over Astrud Gilberto. Ze spelen 'The Shadow of your Smile.' Geluk zit een kleine Sloveense studentenradiozender.
Om 20u30 zet het meisje me terug af. Ik geraak met veel moeite en pijn de trap op naar de vijfde verdieping. Ik douch, eet en slaap. Pijn kan heerlijk zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten