donderdag 16 mei 2013

Omweg

(illustratie: Charles Burns)

Omweg

Links, rechts, link
en dan rechtdoor, het bos
ze weet dat ik aan jou denk
als ze fluistert in mijn oor

Ik vraag me af waarom
ik dit doe, zij dit doet,
waarom ik alsmaar trager
en trager begin te rijden.

Ik rijd jouw lief naar huis
en kus haar slaapwel
voor ze uitstapt, haar huis
binnen gaat slapen.

Stadsdichter Eindhoven

Vorige week was ik in Eindhoven en daar vond ik bovenstaande flyer. Ik besloot voor de grap mezelf in te schrijven, al is mijn kans als Belg natuurlijk miniem. Toen ik enkele uren voor de doodlijn het reglement las, merkte ik dat ik nog twee gedichten over Eindhoven moest schrijven. Aan de hand van Google-streetview schreef ik er ééntje over de schrijversbuurt, waar alle straten namen hebben van schrijvers, en daarna probeerde ik nog iets te schrijven over de busrit Reusel-Eindhoven die ik af en toe neem. Dat laatste gedicht lukte echter niet zo goed en ik werd het al snel moe waardoor ik toch niet heb meegedaan. Hieronder vind je toch nog het ene gedicht en de onafgewerkte versie van het andere, want wat moet ik er anders mee.

Schrijversbuurt

Ik liep deze winter door de schrijversbuurt van Eindhoven,
Liet mezelf geloven dat elk huis een boek is, elke straat 
een oeuvre, elke hoek een start- of eindpunt.

Een voortuin als voorwoord, elke kamer een hoofdstuk.
De daken zijn hun opengevouwen kaften.
De leeuw van Vlaanderen, Camera obscura.

De stoep was er glad, een laag rijm op Huijgens en Kloos,
Voor een poos probeerde ik door de ramen binnen te kijken
Naar de andere werelden, de verhalen.

In het Couperuspad, liepen oude mensen
me voorbij, zag ik Eline op een brievenbus staan.
Wat verder in de Jacob van Maerlantlaan, riep ik naar Martijn,

maar toen hij zich keerde bleek het de verkeerde te zijn.

Bus 149 Reusel – Eindhoven

We nemen vandaag de bus van Reusel naar Eindhoven
Halverwege hapert er iets.