vrijdag 27 maart 2015

Tentoonstelling in Mokkakapot

Met Pasen stel ik mijn eerste tentoonstelling voor. Ik ben heel blij dat ik mag tentoonstellen in mijn favoriete koffiebar van Antwerpen. Ik stel zowel dagboekfragmenten, crosswordgedichten en foto's tentoon waarbij ik tekstjes heb geschreven. De tentoonstelling duurt tot 1 mei. Op 5 april is er een opening met een optreden van De Kempische Mentaliteit.

donderdag 19 maart 2015

Bezoek drukkerij van Cultuurkrant Suiker






Vandaag rolde in Hapert 11.000 exemplaren van cultuurkrant Suiker van de drukpers. En dus ook 11.000 exemplaren van 'Meer Wim Paeshuyse', en daar was mijn ego heel blij mee. Samen met enkele medewerkers van Suiker ging ik kijken bij drukkerij DKZet, hoe ze dat doen. Enkele medewerkers van de drukkerij bekeken me vreemd, alsof ze me ergens van kenden, maar niet juist wisten waarvan. Dat komt natuurlijk omdat ik nu al 6 maanden op rij met mijn column in Suiker sta. Deze week leg ik in die column uit waarom je helemaal niet naar Mekka moet gaan en je evengoed in Turnhout kan blijven.

woensdag 18 maart 2015

Voorwoord boek dat nooit zal verschijnen

Oorspronkelijk was mijn column in Suiker bedoeld om uit te geven als boekje '25 plaatsen die je gezien moet hebben voor je sterft, maar die je evengoed in Turnhout kan zien.' Natuurlijk was dit weer één van de ideeën die ik had, waaraan ik begon en dat dan onafgewerkt bleef liggen. Toen ik dus het voorstel kreeg van Suiker om een column te schrijven, rakelde ik dit idee terug op en breidde ik het uit naar de hele Kempen. Vandaag vond ik echter al wel voorwoord terug uit begin 2013 van het boek dat ik dus toen wou schrijven, maar wat er dus nooit zal komen.

'Geachte lezer,

Moest u na of tijdens het lezen van dit boek beginnen twijfelen aan de liefde aan mij stad, en die kans is reëel, dan had ik u graag het volgende verteld:
Ik beledig regelmatig mijn vrienden, meer dan ik mensen beledig waar ik geen uitstaans mee heb. Ik maak opmerkingen tegen hen over hoe lelijk, dom en onhandig ze wel niet zijn, maar steeds als liefdevolle grap. De liefde schept een sfeer die alle opmerkingen mogelijk maakt. De mensen die ik liefheb: vrienden en mijn vriendin, weten beter als ik hen beledig. Ze beseffen dat deze, vaak als grap geplaatste, opmerkingen –hoe erg ook- met liefde zijn bedoeld en dat ik niet de minste intentie heb om hen te kwetsen. Meer zelfs, het feit dat ik die opmerkingen maak, bewijst juist mijn liefde. Ik dat opzicht zou je me een eeuwige puber kunnen noemen: rebelleren tegen diegene die je lief hebt, juist omdat je weet dat de liefde dit zal vergeven. Zo vind ik ook dat ik het recht heb te spotten met mijn geliefde stad, terwijl ik haar eigenlijk, als u voorbij het sarcasme, de ironie en het cynisme kijkt, de hemel in wil prijzen. Dat ik zelfs haar duistere hoekjes en stinkende rivieren bemin omdat ik verblind ben door liefde zoals alleen allesverwoestende verliefdheid dat kan doen.

Bekijk dus de ironie in dit boek niet als sarcasme maar eerder als de humor tussen twee beste vrienden die elkaar regelmatig een loer weten te draaien. Dit boek is een poets die ik bak voor een stad die mij regelmatig een poets weet te bakken. Poets wederom poets.
Hoogachtend,
Wim Paeshuyse'

zondag 15 maart 2015

Volgende optredens





Achterstevorenfuif


Als ik wakker word, kruip ik tegen haar aan. Ze ziet er mooi uit. We liggen in elkaars armen. Uitgeput en voldaan. We vrijen traag en teder en niet veel daarna nog een keer snel en heftig. Als we opstaan kleden we ons wild en onhandig aan. We lopen opgewonden de deur uit en fietsen naar het feest. Aangekomen lopen we meteen de toiletten binnen. In een hokje betasten we elkaar en zoenen we wild. Als we in de danszaal aankomen doen ze juist de TL-buizen uit en zetten ze de muziek op. Flitsende gekleurde lichten tasten de muren en silhouetten af. Na een tijdje ga ik terug naar de toiletten en drink ik uit de wc. Hierdoor geraakt mijn blaas vol en moet ik urineren in een bekertje. Het bekertje urine breng in nonchalant naar de toog. De jongen in chiro-uniform overhandigt me een jeton. Ik dans met het meisje. Ze kijkt me in de ogen en lacht ondeugend. Ik verdien weer een jeton en ga weer dansen. Ik dans verlegen met het meisje en lach naar haar. Ze zegt 'Anna', ik zeg 'Hoe heet je?' Ik dans alsmaar verder van haar weg. Nadat ik een derde jeton heb gekregen, ruil ik mijn jetons in bij de kassa. Ik steek de vijf euro in mijn portefeuille. Ik loop de zaal voor de laatste keer binnen. Er zijn nog niet zoveel mensen. In de verte zie ik het meisje met haar vriendinnen. Ik wil naar huis vertrekken, maar een jongen in uniform houdt me tegen. Ik mag niet vertrekken voor ik drie euro heb gekregen. Met tegenzin accepteer ik het geld dat ik ook in mijn portefeuille steek. Ik fiets naar huis in de hoop om eindelijk eens een meisje te ontmoeten. Ik bekijk mezelf in de spiegel en neem een douche. Ik maak me klaar om naar de Achterstevorenfuif te gaan.