zondag 24 juli 2011

Stadsgedicht 6: Een Zinloos Gedicht


wie sluipt er nog door de nacht met tikkende hakken, een hartslag die even stil staat voor de etalages van de winkelstraat met enkel paspoppen die je begluren vanuit hun ooghoeken die nooit een traan laten, ze zijn zo plastiek als de bloemen op de graven op de kerkhoven die je opsluiten als je niet op tijd wegsluipt uit deze straten in deze stad, als een doolhof aan elkaar, waar je als pacman de spoken moet ontlopen en niet mag vergeten hoe die man weer heet, waar die straat uit komt, wanneer de bar sluit en je weet dat je moet opschieten om niet geschoten te worden, als een haas, een wezel, zodat je bont gedragen kan worden door de rijken, de sloganbrullende mannen waar niemand nog naar luistert als naar een gedicht zonder zinnen en een einde dat niemand

Geen opmerkingen:

Een reactie posten